Dag 1: van chaos naar stilte
De dag dat mijn stilte retraite van start gaat, begint alles behalve mindful. In de middag begeleid ik namelijk nog een teambuilding evenement in Amsterdam dus de ochtend staat in het teken van voorbereiden. Maar, wat neem je in vredesnaam mee op stilteretraite? Een snelle Google actie vertelt mij de essentials:
- Prettige kleding
- Warme sokken
- Een thermosfles voor thee
Gelukkig heb ik de tegenwoordigheid van geest om vlak voordat ik vertrek mijn mails nog even door te lezen. Zo ontdek ik op tijd dat er op de locatie zelf helemaal geen meditatie toebehoren aanwezig zijn. Mijn yogamat en meditatiekussen gooi ik dus ook nog maar even in de auto. (Een dekentje vergeet ik tot mijn grote spijt.)
De inloop van het stilte retraite is vanaf 16:00, het programma begint om 18:00. Mijn teambuilding activiteit in Amsterdam duurt tot 16:45. Het is nog 1,5 uur rijden van Amsterdam naar Barchem, waar het retraite plaats zal vinden, maar met een beetje strak time management zou dat (ongeveer) moeten lukken!
Terwijl ik (net later dan gepland) naar mijn auto loop in Amsterdam grijp ik in mijn tas naar mijn parkeerkaartje. Onvindbaar. In de haast (en de stress) keer ik mijn tas om. Mijn notitieblok, een vers gebakken mee gesneakt chocolate chip koekje en thermosfles met water (of heb ik me dat ingebeeld?) vallen op de grond. Maar geen parkeerkaartje.
Grommend loop ik terug naar de receptie waar een zeer behulpzame meneer me een uitrijkaart geeft. Op naar de volgende horde: thermosfles kwijt. Wederom grommend loop ik terug naar de plek waar ik mijn tas heb omgekeerd. Geen thermosfles. De thermosfles die ik nog zó bewust had meegenomen als 1 van de 3 onderdelen op mijn paklijst. Ondertussen werp ik een blik op Google Maps en zie ik dat het verkeer volledig vast staat richting de Achterhoek (want ja: vrijdagmiddag). Dan maar geen thermosfles. Inmiddels is het niet meer de vraag of ik het diner van 18:00 red maar of de inhoudelijke sessie van 19:45 überhaupt gaat lukken.
In de auto richting Barchem probeer ik alvast een beetje mindfulness te beoefenen. Me overgeven aan de situatie. Niet teveel oordelen over dat ik véél te laat ben. En niet teveel oordelen over het feit dat ik eigenlijk best aan het oordelen ben over mezelf. Onderweg besef ik me dat ik ook nog moet eten. Gelukkig had ik in de ochtend alvast een bak noodles ingeladen just in case. Al rijdend door de Flevopolder eet ik onwijs mindful m’n noodles op.
Om 19:35 kom ik dan eindelijk aan op de locatie: hotel Woodbrooke in Barchem. Ik haast me naar binnen en word door de receptie meteen doorverwezen naar de zaal waar iedereen al in stilte zit te mediteren. In mijn uiterst oncomfortabele werkoutfit wurm ik mezelf in een hoekje van de zaal en adem uit. Ik ben gearriveerd. Een aardig uitziende vrouw draait zich om en steekt haar duim vragend naar me op. Ik knik: ‘’I’m okay’’. Sort of, in ieder geval.
Een gevoel van opluchting overheerst. I made it. Voor mijn gevoel soort van op tijd. Want het échte programma begint nu pas. In mijn hoofd ben ik nog volledig in beslag genomen door wat er die dag heeft plaatsgevonden en de turbulente reis. Zo’n drie kwartier na aankomst in de zaal schrik ik op van het einde van de eerste teaching. De teaching waar ik zo enorm voor gehaast heb. Ik heb werkelijk geen flauw idee waar het over gegaan is. En wat een teaching precies inhoudt weet ik eigenlijk ook nog niet. Ik besef me dat ik ook geen idee heb van de bedoeling van het weekend. En dat ik dat eigenlijk ook aan niemand kan vragen, want ik moet mijn mond houden.
Na de teaching en een korte meditatie ga ik op zoek naar iemand van de organisatie. Omdat ik toch wel erg graag wil weten wat de bedoeling is, spreek ik haar beschaamd en fluisterend aan. Ze geeft aan dat er een hele hoop besproken is voorafgaand aan het diner, teveel informatie om nu even met mij te delen. Het komt morgen wel. (Maar je raadt het al: het komt de volgende dag ook niet. Het hele retraite is daarmee voor mij dus een oefening van overgave.)
Onderweg naar mijn auto om al m’n meditatie spullen uit te laden zie ik een briefje op een deur hangen. Ah, een programma – dat is behulpzaam. Tot het moment dat ik dat briefje zag was ik nog in de veronderstelling dat we ‘een paar keer per dag’ zouden mediteren. 20 minuten per keer ofzo. En voor de rest lezingen zouden volgen en vrije tijd zouden hebben (om lekker te lezen en te wandelen). Maar het programma dat hier voor mijn neus hangt geeft een ander beeld. 12x per dag 45 minuten mediteren. Oei, daar had ik me niet op voorbereid.
Met die informatie in mijn achterhoofd loop ik terug naar de meditatieruimte om een plekje te claimen voor de volgende dag. Er is niet veel ruimte over en ik heb de harde eis dat ik in de buurt van een muur wil zitten zodat ik naar achteren kan leunen mocht mijn rug het niet trekken. Het vooruitzicht van uren per dag met een rechte rug zitten is namelijk precies de reden dat ik nog nooit eerder op meditatie retraite ben geweest.
Als ik mijn plekje gevonden heb, vind ik mijn weg naar mijn kamer waar de aardige vrouw met de duim blijkbaar mijn kamergenote is. Dat is fijn. Aangezien ik niet weet of lezen dan wel in mijn journal schrijven ‘gelegitimeerd’ is en mijn kamergenote ook geen van die activiteiten onderneemt gaat de lamp uit en komt dag 1 abrupt tot een einde.
Dag 2: waar ben ik beland?
Op dag 2 word ik om 6:30 gewekt door een belletje. Ik kleed me aan, poets m’n tanden en ga op weg naar de ochtendmeditatie van 7:15. De eerste meditatie van 45 minuten. Nu heb ik gelukkig wel eens vaker 45 minuten gemediteerd dus ik weet dat ik het ga overleven. Maar de weerstand is alom aanwezig.
45 minuten later krijgt mijn humeur weer een boost dankzij een heerlijk ontbijt. Als ik één verwachting van dit retraite had dan was het: 2x per dag een maaltijd van bouillon en fruit en verder honger lijden. Geen idee waar ik mijn informatie vandaan haal, maar tot mijn grote verrassing loop ik binnen bij een uitgebreid buffet met vers gebakken brood, croissantjes, eitjes en vers fruit.
Als het plezier van dit heerlijke ontbijt weer wat weggezakt is, zakt ook meteen de moed me in de schoenen. Ik zie als een berg op tegen het blok van 4x 45 minuten mediteren dat nu gaat volgen:
09:30 – 10:15 zitmeditatie
10:15 – 11:00 loopmeditatie
11:00 – 11:45 zitmeditatie
11:45 – 12:30 loopmeditatie (of optioneel: mindful bewegen)
De eerste zitmeditatie valt zwaar dus ik ben blij als ik op mag staan om te lopen. Het is mooi weer dus ik trek mijn schoenen uit en doe de loopmeditatie met mijn blote voeten op het gras. Adem in voet optillen. Adem uit voet weer neerzetten. En zo door. Hm, misschien vind ik de loopmeditaties eigenlijk wel prima. Stúkken beter dan de zitmeditaties in ieder geval!
Eigenlijk vliegt de tijd voorbij en voor ik er erg in heb is het alweer lunchpauze. Ik voel me ongemakkelijk. Ga ik ergens alleen zitten of bij anderen aan tafel? Het eerste zou normaal altijd mijn voorkeur hebben. Maar ik héb al zo weinig contact met iedereen dus misschien is samen eten nu wel zo fijn? Maarja, zwijgend naast een ander zitten gaat het verschil ook niet maken denk ik. Dus ik kies voor een zonnig tafeltje waar nog niemand anders aan zit.
Na de lunch zoek ik een plekje op om in mijn journal uitgebreid verslag te doen van de eerste avond en ochtend (ik heb inmiddels een aantal mensen zien schrijven dus ga er maar vanuit dat dit geoorloofd is). Het voelt alsof er al een eeuwigheid verstreken is op het retraite. Ik besef me dat ik de momenten tussendoor – de ‘’pauzes’’ – eigenlijk erger vind dan de formele meditaties. Op die momenten voel ik me erg alleen. De twijfels slaan toe. ‘Wat doe ik hier eigenlijk?’ is een gedachte die op die momenten veel naar voor komt.
De realisatie komt op dat er thuis van alles gaande is waar ik de afgelopen dagen weinig tijd voor heb gehad en waar ik nu ineens met niemand over kan praten. Ik heb behoefte om m’n vriend te spreken, bij m’n oma te zijn (met wie het niet goed gaat) en de hond te knuffelen. Tegelijkertijd vind ik mezelf een dikke aansteller want ik ben hier letterlijk pas 16 uur…
Naarmate de dag vordert neemt mijn onrust en gevoel van eenzaamheid weer een beetje af. Er begint een klein beetje trots te groeien dat ik het allemaal toch maar gewoon doe. Qua inzichten valt het erg mee tot nu toe:
- Ik moet minder koffie drinken want de afkickverschijnselen zijn geen pretje.
- Ik moet m’n rug trainen zodat rechtop zitten minder als afzien voelt.
Nog niet de mindblowing inzichten waar ik op had gehoopt maar goed, het is iets.
In de avond vindt de eerste ‘’dharma talk’’ plaats. Het inhoudelijk gedeelte waarvan ik mezelf had wijsgemaakt dat het hele weekend eruit zou bestaan. Maar nee hoor, gewoon 1x 45 minuten – that’s it.
Een dharma talk (of ‘’teaching’’) is een soort lezing van de boeddhistische teachers van het retraite. In deze lezing worden inzichten en lessen uit het boeddhisme gedeeld en gekoppeld aan herkenbare anekdotes ter verdieping van de meditatie beoefening.
De eerste dharma talk gaat over het onderwerp ‘’hindrances’’. Oftewel: hindernissen waar je tegenaan kunt lopen in je meditatie beoefening (en in je dagelijks leven). De 5 verschillende hindernissen zijn:
- Sense desire: ‘Had ik maar een dekentje’, ‘Was die deur maar open’.
- Ill will: ‘Had ik maar geen rugpijn’, ‘Was die deur maar dicht’.
- Sloth & torpor: knikkebollen en bijna in slaap vallen.
- Restlessness & worry: onrust, piekeren en veel nadenken.
- Doubt: twijfel die nergens toe leidt.
Jake, een van de teachers, vertelt hoe je om kunt gaan met deze hindernissen. Allereerst door je bewust te blijven van het lichaam en daarmee de aantrekking van de hindernissen op te merken. Hierdoor leer je jezelf aan om de hindernissen te herkennen in plaats van je er achteloos door te laten leiden.
In dit verhaal vond ik meteen al veel herkenning. Vooral de eerste twee komen naar voor tijdens mijn meditaties. En in mijn dagelijks leven, als ik heel eerlijk ben. Als ik er nog wat meer over nadenk besef ik me dat dat ook is waar ik vandaag mee struggelde. Gedachten als ‘Wat doe ik hier’ en ‘Was ik maar thuis’, creëren eigenlijk een spontaan tekort in het hier en nu. Die gedachten maken dat het huidige moment eigenlijk niet oké is zoals het is. En dat is het natuurlijk wel. Meer dan oké zelfs: ik ben op een prachtige plek, het is mooi weer en ik leer interessante dingen.
Ik sluit de dag af met gemengde gevoelens. Het is pittig maar ik besef me dat het ook wel echt leerzaam en inspirerend is. Al brengt de realisatie dat ik hier nog 4 dagen ‘’moet’’ zijn me wel weer terug in een staat van hopeloosheid.